Obasuyi en Bras naar EK U23
In onze rubriek ‘Sprintjes’ gieten we de meest spraakmakende resultaten van onze atleten, leuke weetjes en ander interessant clubnieuws van de voorbije dagen (of in dit geval weken) in een beknopt overzicht. Zo ben je altijd mee met wat er allemaal leeft binnen onze club. Het was echter al een tijdje geleden - onze excuses - dat je hier wat nieuws vanop de atletiekpistes kon lezen. Zet je dus maar stevig in de startblokken voor een extra lange editie van 'Sprintjes'.
- Beginnen doen we met schitterend nieuws vanuit ons beloftenteam: Op de 400m horden van de IFAM Outdoor Meeting in Oordegem (28 mei) wist Tuur Bras zich immers te kwalificeren voor het Europees Kampioenschap U23 in de Estse hoofdstad Tallinn (8-11 juli 2021). Met een erg knappe 50″90 bleef Tuur netjes onder de limiet van 51"12. Chique.
- Die andere straffe hordeloper van onze club, Michael Obasuyi, heeft zijn ticketje voor dat EK U23 eveneens al op zak. Ook voor hem bracht de piste in Oordegem geluk: op de Memorial Léon Buyle (5 juni) liep Michael in een solo-race naar 13"73, ruim onder de gevraagde 14"03 voor Tallinn. Een paar dagen later op de Paavo Nurmi Games in het Finse Turku (7 mei) zou Obasuyi die 13"73 overigens evenaren, afgelopen zaterdag in Genève ging hij met 13"70 nog een tikje sneller. Nog een eindje verwijderd van de scherpe Olympische limiet van 13"32, maar via de World Ranking blijft Michael zeker nog in de running voor Tokio.
- Ook Robin Hendrix zette een paar weken terug een grote stap naar de Olympische Spelen door op de 5.000m van de Diamond League-meeting in het Britse Gateshead (23 mei) als 9e te finishen in 13'25"68. Met die prestatie sprokkelde Hendrix veel punten voor de olympische ranking, waarop hij momenteel net buiten de top 30 staat. De beste 42 mogen naar Tokio.
- Isaac Kimeli is uiteraard al een tijdje zeker van deelname aan de Spelen, zowel op de 5.000m als op de 10.000m dook hij immers onder de limiet. Momenteel vertoeft Isaac op hoogtestage in Sankt-Moritz, maar net voor zijn afreis naar Zwitserland liep Kimeli nog 13'21"66 op de sterk bezette 5.000m van de Diamond League-meeting van Firenze (10 juni). Geen wereldschokkende tijd, maar alvast een betere prestatie dan de tegenvallende 3’45″50 op de 1.500m van de FBK Games in Hengelo enkele dagen eerder (6 juni) en een matige 3.000m in Ostrava (7’49″47, 19 mei). Bon, het is straks in Tokio dat de prijzen worden uitgedeeld...
- Intussen groeien de broers Borlée stilaan naar hun beste vorm toe, na een moeizame start van het zomerseizoen. Zo dook Dylan Borlée vorig weekend in Genève met 45″98 voor het eerst dit seizoen onder de 46 seconden-grens en hield hij zo zijn oudere broer Kevin Borlée (46"19) nipt achter zich. Beiden kwamen later op de namiddag ook nog aan de start van de 200m en opnieuw was Dylan (21"08) een fractie sneller dan Kevin (21"10). Kevin was eind mei ook de enige landgenoot die aan de start verscheen op de Diamond League-meeting in Doha. Zijn 46″29 daar was al een eerste teken dat het waarschijnlijk wel goed komt met het oog op Tokio. Intussen werkt Jonathan Borlée hard aan zijn terugkeer op de piste nadat hij eind april door een hamstringblessure forfait moest voor de World Relays.
- Camille Laus is straks uiteraard van de partij in Tokio als aanvoerster van de Belgian Cheetahs, maar 'individueel' is er nog wat werk aan de winkel. Laus moest op 2 juni in het Tsjechische Samorin tevreden zijn met een matige 53″54, nadat ze het weekend voordien op een meeting op Kreta ook al op 53″57 bleef steken.
- Vanessa Sterckendries, die via de World Ranking ook nog Tokio hoopt te halen, lijkt op de goeie weg terug na de enkelblessure die ze begin mei opliep. Op een meeting in het Tsjechische Kladno (15 juni) landde Vanessa's hamer na 67m61, bijna even ver als haar 67m73 een week eerder in Kopenhagen (8 juni). De weken daarvoor kwam Sterckendries ook al in actie in Göteborg (66m80, op 2 juni), in Lille (65m01, 30 mei) en op het Vlaams Kampioenschap (66m36, 23 mei). Vanessa moet wel nog behoorlijk wat plaatsen stijgen op de ranking om aanspraak te kunnen maken op de Spelen.
- Datzelfde geldt ook voor Lindsey De Grande, die de voorbije weken dapper op zoek ging naar de broodnodige punten op de 1.500m. Haar race in het Franse Carquefou van vorig vrijdag was met 4'17"26 niet zo'n succes, maar voordien liet Lindsey in het Duitse Rehlingen (4'14"10, 23 mei) en het Spaanse Huelva (4'13"45, 3 juni) wel aardige tijden noteren.
- Simon Debognies scherpte op de Folksam Grand Prix in Göteborg (2 juni) zijn PR op 5.000m aan tot 13’33″29. Een opsteker voor onze sympathieke beroepsmilitair, na moeilijke maanden en een teleurstellende seizoensopener midden mei in Wenen (13'51"56).